Inloggen
Winkelmandje
  Vanaf €50,00 gratis verzending in NL                           60 dagen bedenktijd                            Megastore in Almere                            Bel ons op 036 536 9440

Marifoons

Wat u moet weten over het gebruik van de Marifoon

1.       Het gebruik van een marifoon is wettelijk voorgeschreven aan boord van alle motorschepen met uitzonderling van kleine (plezier-)vaartuigen (vaartuigen kleiner dan 20 m).

2.       Bij gebruik van een radar aan boord van kleine (plezier-)vaartuigen is een marifoon wel verplicht.

3.       Kleine vaartuigen mogen op doorgaande vaarwegen bij slecht zicht alleen de vaart voortzetten als zij met een marifoon zijn uitgerust.

4.       Het bereik van een marifoon op zee bedraagt ongeveer 30 mijl.Op laag vermogen op binnenwateren is het bereik een aanzienlijk stuk lager. Het verschil tussen 1 en 5 Watt is maar een 10 % extra verhoogd bereik. Het verschil tussen 1 W en 25 W is qua bereik is echter aanzienlijk.

5.       De beste manier om het bereik van uw marifoon te vergroten is het verhogen van de antenne.Als u het bereik staande binnen in de roef vergelijkt met het bereik staande op het roefdak,betekent dit als snel een bereik van een aantal mijlen extra.

6.       Voor dat u een marifoon aan boord mag gebruiken heeft een vergunning nodig. Deze wordt verstrekt door het Agentschap Telecom.

7.       Bij het aan boord hebben van een marifoon zijn de volgende bescheiden verplicht om ook aan boord te hebben: a. De vergunning voor gebruik frequentieruimte; b. Het handboek ‘Marifonie voor de binnenvaart’; c. Een geldig bedieningscertificaat.

8.       Marifonen die gebruikt worden op binnenwateren moeten voorzien zijn van ATIS (‘Automatic Transmitter Identification System’).Bij aanvang van de uitzending en daarna om de vijf minuten wordt een digitale code uitgezonden. Deze ATIS-code bestaat uit een digitale presentatie van de roepnaam of het zogenoemde Call-Sign.Deze code wordt verstrekt bij het aanvragen van een zendvergunning door het Agentschap Telecom.

9.       De ATIS-code is gebaseerd op de roepnaam of beter gezegd: Het call-sign.Een Call-sign bestaat altijd uit 6 karakters.Twee letters en 4 Cijfers.In NL is het eerste karakter altijd een P (de 9). Het ATIS-nummer (10 cijfers) is als volgt te bepalen: a. Het eerste nummer in NL is altijd een 9; b. Daarna volgt altijd de landcode, en die is in Nederland 244 en komt overeen met de P uit het call-Sign; c. Vervolgens komt de tweede letter van het Call-Sign en die wordt bepaald door de rangorde in het alfabet te bepalen.De I is bijvoorbeeld 09. d. Aan het einde komen de 4 cijfers van het Call-Sign. e. PI 4772 wordt dus: 9244094772.

10.    Let op: Garmin vraagt bijvoorbeeld maar om 9 cijfers omdat de 9 voorgeprogrammeerd is.

11.    Zodra in de Marifoon een ATIS code geprogrammeerd wordt, zijn de Dual-watch, Tri-watch en Scanfunctie uitgeschakeld omdat het gebruik hiervan op Nederlandse wateren verboden is.

12.    Sommige marifonen kunnen als Combi marifoon worden geconfigureerd.Dit betekent dat deze omschakelaar zijn van Zeevaart- naar Binnenvaart-marifoon. Een combi Marifoon waarin geen MMSI nummer is ingevoerd geeft bij het opstarten een waarschuwing, maar is verder goed te gebruiken als Binnenvaart-marifoon. a. Om een Combi marifoon aan boord te mogen hebben dient u in het bezit te zijn van een Marcom-B certificaat.Omdat bijna nog uitsluitend marifonen t.b.v. een vaste opstelling geleverd wordt met DSC wordt het gebruik van een DSC-marifoon gedoogd door het Agentschap Telecom mits geen MMSI nummer geprogrammeerd is.

13.    Een veel gemaakte fout op dit moment is, dat de bezitter van een basiscertificaat Marifonie, het MMSI nummer, dat tegenwoordig standaard wordt verstrekt,zonder hier lang over na te denken in de DSC marifoon programmeert. Hierbij wordt de bezitter van een basiscertificaat direct strafbaar.Niet doen dus…!

14.    Voor wat betreft het vermogen van de marifoon stelt het BPR: Overeenkomstig bijlage 3 moet het uitgangsvermogen bij vast VHF apparatuur worden ingesteld op een waarde tussen6 en 25 Watt. Niettemin moet het uitgangsvermogen op kanalen voor schip-schipverkeer, verkeer tussen schip- en havenautoriteiten en communicatie aan boord automatisch worden verminderd tot een waarde tussen 0,5 en 1 W.

15.    Als een marifoon als Zeevaartmarifoon is geconfigureerd, dan is de ‘Dual Watch’ (indien beschikbaar op de marifoon) toegestaan en actief.

16.    Een marifoon die niet beschikt over DSC functionaliteit kan wel als combi marifoon geconfigureerd worden. Hiermee kan de marifoon omgeschakeld worden vangebruik in de Zeevaartstand naar de Binnenvaarstand en omgekeerd.In zeevaartstand (met b.v. het internationale kanalenpakket actief)mag Dual-watch functie gebruikt worden. Dual-Watch moet dan wel geactiveerd zijn door de leverancier tijdens het configuratie proces. De consequentie hiervan is dat Dual-Watch óók beschikbaar komt inde Binnenvaartstand. Het is echter officieel verboden Dual Watch te gebruiken als de marifoon in binnenvaartstand is geschakeld, maar het hebben-van-de-mogelijkheid-om-Dual-Watch-te-gebruiken wordt gedoogd door de wetgever. Let op: Het gebruik wordt niet gedoogd. Dus: Een gebruiker die niet over een Marcom-B certificaat beschikt wordt strafbaar als hij/zij de combimarifoon gebruikt in een Zeevaartstand en is altijd strafbaar als hij de Dual-watch gebruikt in binnnenvaarstand.Tri-watch en de scanfunctie zijn altijd verboden voor een marifoon die bij het NL Agentschap Telecom geregistreerd is.

17.    Het is dus mogelijk een marifoon te schakelen tussen Binnenvaart en Zeevaart (ongeacht of dit een DSC-marifoon is of niet). Daarnaast is het mogelijk voor een afwijkende kanalenset te kiezen.

18.    Feitelijk komt het op het volgende neer:

19.    Bezitter Basis certificaat marifonie mag:

·         Wel een DSC marifoon aanschaffen c.q bezitten, mits er geen MMSI nummer is ingevoerd.

·         Wel een als een combi geconfigureerde marifoon bezitten

·         Wel de Dual-watch laten activeren, maar mag hem nooit legaal gebruiken. Niet in Zeevaart stand (Deze stand is helemaal verboden) en niet in binnenvaart stand.

·         De combi marifoon nooit als zeevaart marifoon gebruiken

·         Nooit de Dual Watch gebruiken in NL.

20.    Bezitter Marcom-B mag:

·         Wel de Dual-watch laten activeren, maar mag allen in zeevaartmode gebruiken.

·         Mag nooit de Dual Watch gebruiken in binnenvaart stand, ook als is de mogelijkheid wel aanwezig. .

21.    De boete bij het niet voldoen aan de voorschriften m.b.t. het gebruik van een Marifoon opgesteld door de Nederlandse overheid kan oplopen tot € 850, -.

22.    Een ATIS-code kunt u eenmalig zelf programmeren. Voor het herprogrammeren, na verkoop van de marifoon aan de derde partij, dient u de leverancier in te schakelen. Ook George Kniest Boat Equipment kan (kosteloos) veel marifonen (niet alle, dus neem contact op) terugzetten naar de fabrieksinstellingen, waardoor het mogelijk wordt opnieuw een ATIS in te geven.

23.    Een ATIS code is persoonsgebonden en niet primair gekoppeld aan een schip/boot.Uiteraard moet u wel (als u een schip aanschaft met een andere naam, of de naam van uw schip verandert) de scheepsnaam koppelen aan uw ATIS-code.

24.    Onder de ‘Schepenwet’ vallende schepen zijn geregistreerd onder hun scheepsnaam, ontvangen een MMSI nummer ( Maritime Mobile Service Identity)en een Call Sign. Pleziervaart korter dan 20 meter valt hier niet onder.

25.    MMSI nummers worden alleen uitgegeven aan (zeil-) schepen die (al dan niet verplicht) uitgerust zijn met GMDSS (Global Marine Distress Safety System)apparatuur zoals bijvoorbeeld een EPIRB of een AIS transponder. Inmiddels heeft het Agentschap Telecom een afwijkende wijze van handelen geïntroduceerd: Zodra een zendmachtiging wordt aangevraagd met een Basis Certificaat Marifonie, dan ontvangt de aanvrager ook tegelijkertijd een MMSI nummer.

26.    Voor het gebruik van een marifoon is een bedieningscertificaat verplicht. Er zijn 3 verschillende certificaten in omloop: a. Basiscertificaat Marifonie;alleen voor binnenwateren; b. Marcom-B; Certificaat verplicht voor een marifoon in Zee uitvoering; c. Marcom-A; verplicht voor een vaartuig met HF/MF-zendapparatuur aan boord.

27.    Maakt u geen gebruik meer van uw registratie voor maritieme zendapparatuur? Zeg uw registratie op vóór 1 januari van het volgende jaar, om te voorkomen dat u in dat jaar opnieuw het jaartarief verschuldigd bent.

28.    Steeds vaker wordt ook gebruik gemaakt van een zogenoemd SRC (Short Range Certificate).Dit certificaat is in bepaalde zeegebieden gelijk gesteld aan een Marcom-B bedieningscertificaat.

29.    De marifoon mag ook bediend worden door een persoon die niet beschikt over het juiste certificaat als deze persoon onder toezicht staat van iemand die hier wel over beschikt.

30.    Een Marcom-B certificaat is verplicht als en indien: a. Het vaartuig een zeevaartmarifoon aan boord heeft; b. Een Combi marifoon aan boord heeft; c. Een EPIRB o.i.d. aan boord heeft.

31.    Aangezien een marifoon op een pleziervaartuig korter dan 20 meter niet verplicht is, is ook het gebruik van een DSC-marifoon op zee niet verplicht. U kunt dus volstaan met een binnenvaartmarifoon. Let op: handmarifonen zijn niet in alle landen toegestaan. Dus de zee op gaan met alleen een handmarifoon is niet verstandig. S

32.    DSC mag uitsluitend, op vrijwillige basis) in Nederland op de Waddenzee, IJsselmeer, Ooster- en Westerschelde en Eems-Dollard gebruikt worden. Het gebruik van DSC op de binnenwateren is niet toegestaan.

33.    Voor pleziervaartuigen tot 20 meter mag u een draagbare marifoon (portofoon of handheld) op Nederlandse binnenwateren gebruiken.

34.    Noodoproepen op binnenwateren in Nederland worden nog steeds op kanaal 16 gedaan.

35.    Duplex kanalenzenden en ontvangen op verschoven frequenties {zenden op de lage frequentie en ontvangen op de hoge frequentie} en kunnen daarom niet gebruikt worden om rechtstreeks van schip naar schip te communiceren. Het is dus niet mogelijk een marifoon te testen op een duplex kanaal tenzij de testcommunicatie plaats heeft met een walstation.

36.    Een Duplexkanaal als bijvoorbeeld 23 is in de marifoon zodanig ingesteld dat op een andere frequentie gezonden wordt dan geluisterd.Als een watersporter dus op dit kanaal uitzend, kan alleen de het antwoord van het walstation gehoord worden door de andere watersporters. Omdat zijn niet op de zendfrequentie ontvangen of uitluisteren. Bij een Duplex kanaal is de marifoon voor het zenden op een andere frequentie ingesteld als voor het ontvangen.Als u dus contact opneemt met een Sluis kan mogelijk een andere watersporter u niet horen.

37.    Als het walstation de communicatie relayeert (of doorschakelt naar de ontvangstfrequentie) kan via het walstation wel gecommuniceerd worden met andere schepen. Hierdoor onstaat Full-Duplex.In de maritieme wereld is er eigenlijk altijd sprake van Semi-Duplex.

38.    Voordat een marifoon in een bepaalde regio gebruikt wordt dient gekozen voor een overeenkomstig kanalenpakket. Een dergelijk pakket regelt welke kanalen beschikbaar zijn (een subset van kanaal 1 t/m 88), of deze Simplex op Duplex geconfigureerd zijn, en op welk vermogen de marifoon op de betreffende kanalen uitzendt. Wij onderscheiden de volgende kanalenpakketten: a. NL (Nederlands); b. BE (Belgisch); c. INT (Internationaal); d. USA (Verenigde Staten of America) e. CAN (Canadees).

39.    In het Europese (Bazel) kanalenpakket zijn de kanalen 29 t/m 59 niet toegankelijk. In het NL kanalenpakket is het Bazel pakket aangevuld met kanaal 31 en 37. (let op: soms verschijnen deze niet in de numerieke volgorde maar zijn zij ‘achteraan toegevoegd’.

40.    Schepen langer dan 20 meter (zijnde een ‘groot’ schip in de termen van het Binnenvaart Politie Regelement) dienen twee marifonen aan boord te hebben.

41.    Het is voor jachten van belang om op kanaal 10 of kanaal 8 uit te luisteren. Dit dient zeker bij slecht zicht plaats te hebben. Kanaal 8 en 10 zijn bedoeld voor schip-schip verkeer.

42.    Privégesprekken zijn uitsluitend toegestaan op kanaal 72 en 77 binnen het regionale werkingsgebied (Nederland).

Wat u minimaal moet weten over het nood- en veiligheidsverkeer

1.       Een Schip in Nood mag ieder middel dat ter beschikking staat gebruiken om zijn nood kenbaar te maken. Dus ook de mobiele telefoon

2.       Het nadeel van een mobiele telefoon is dat het een selectieve communicatie is.Alleen de abonnee (-nummer) hoort het bericht, terwijl bij het gebruik van bijvoorbeeld de Marifoon iedereen in de omgeving het bericht moet kunnen horen (mits afgestemd op het juiste Simplex kanaal).

3.       Elk marifoonbericht bestaat standaard uit:

·         De aard van het bericht (Mayday, Pan Pan of Securité),3 maal herhaald;

·         De naam én het Call Sign van het schip, 3 maal herhaald;

·         De positie. En afhankelijk van de aard van het bericht:

·         Aard van het ongeval;

·         Aard van de verlangde hulp.

4.       Mayday is overigens een verbastering van het Franse woord: "m'aidez" ("help mij").

5.       In een AI gebied als de Noordzee, dient door de watersporter of de beroepsvaart enige tijd gewacht te worden met een reactie om het walstation de kans te geven de communicatie te starten (te beginnen met een ontvangstbevestiging).

6.       De ontvangst bevestiging bestaat uit:

·         Mayday, 1 maal;

·         De naam van het roepende schip;

·         Hier de (naam én Call Sign van het ontvangende schip); (3 maal herhaald).

·         Received of Romeo, Romeo, Romeo).

7.       Via de Kustwacht kan ten behoeve van opvarenden van zeeschepen en jachten op zee, het IJsselmeer, de Waddenzee en Zuid-Hollandse en Zeeuwse stromen medische assistentie gevraagd worden via de RMD (Radio Medische Dienst) via kanaal 16.

Wat u moet weten of het nautische verkeer

1.       Voor het bevorderen van een veilige en efficiënte afwikkeling van het scheepvaartverkeer zijn de vaarwegbeheerder op drukke vaarwegen blokgebieden ingevoerd. In een blokgebied wordt het geheel nautische verkeer op één kanaal afgewikkeld.

2.       Bij het passeren van een bord met daarop het woord VHF (som gevolgd door een nummer) dient op het betreffende kanaal uitgeluisterd te worden. U bent dus een blokgebied binnen gevaren. Voor grote schepen geldt in een blokgebied ook een communicatie en meld plicht.

3.       Schepen en jachten die uitgerust zijn met een marifoon dien bij het naderen van een sluis of een beweegbare brug op het aangewezen marifoonkanaal uit te luisteren (dit is verplicht).

4.       Onder schip-schip verkeer verstaat men radioverkeer tussen schepen onderling. Voor dit doel zijn de volgende kanalen aangewezen:

·         Kanaal 10 en 13 op de Rijn en binnenwateren. (zenden op gereduceerd vermogen);

·         Kanaal 6 en 8 voor de scheepvaart op zee;

·         In Nederlandse blokgebieden dient het schip-schip verkeer plaats te hebben op het blokkanaal.

Bijzondere kanalen:

KANAAL TOEPASSING

1 Centrale meldpost IJsselmeer

2 Verkeerspost Brandaris

4 Centrale meldpost Waddenzee

15 Intra Ship (alleen voor beroepsvaart)

17 Idem

16 Nood- en veiligheidsverkeer

23 Communicatiekanaal NL kustwacht

83 Communicatiekanaal NL kustwacht

30 Vervallen

31 Communicatie tussen schepen en jachthavens

67 Uitwijkkanaal NL kustwacht

70 DSC kanaal

77 Kanaal voor privé gesprekken

Per september 2017 zijn er een aantal kanalen verdubbeld.Dit omdat er ruimte gebrek is ontstaan in de afgelopen jaren. De kanalen 19,20, 78 en 79 hebben een ‘10’ en een ‘20’ variant gekregen.Kanaal 19 blijft bestaan maar kanaal 1019 en 2019 zijn toegevoegd.Op dit moment zijn er nog geen landen die deze kanalen hebben toegewezen aan een bepaalde toepassing c.q. groep van gebruikers. De marifonen die geleverd worden door Icom en Standard Horizon hebben inmiddels deze nieuwe kanalenset ‘aan boord’..

De kanalen 23, 84 en 86 zullen in de UK niet langer gebruikt worden voor Marine Safety Information of Radio Medical advice.Hiervoor wordt per september 2017 de kanalen 62,63 en 64 gebruikt.

Wat u moet weten over GMDSS

1.       GMDSS (Marcom-B) is alleen van toepassing voor apparatuur die zendt.Voor apparatuur die alleen ontvangt is een Marcom-B certificaat niet verplicht (dit geldt o.a. voor Navtex).

2.       Om aan de uitgangspunten van het GMDSS systeem te voldoen moet een schip in staat zijn om:

·         Een noodalarmering naar de wal te zenden met tenminste 2 onafhankelijk van elkaar werkende installaties die gebruik maken van verschillende radiowegen;

·         Wal-schip alarmeringen te ontvangen;

·         Schip-schip alarmeringen te kunnen ontvangen en verzenden;

·         Berichten te verzenden en te ontvangen voor opsporing en redding op zee (SAR);

·         Berichten te ontvangen en te verzenden op de plaats van de calamiteit;

·         Radiosignalen te zenden en te ontvangen die betrekking hebben op plaatsbepaling;

·         Maritieme veiligheidsberichten te kunnen verzenden en ontvangen.

3.       Dit leidt tot (afhankelijk van het zeegebied) tot verplichte aanwezigheid van bepaalde apparatuur;

4.       We onderscheiden de volgende zeegebieden:

·         A1: Kustgebieden: Continu binnen het bereik van een VHF walstation (te bereiken met de VHF of de Marifoon);

·         A2:Continu binnen het bereik van ten minste één MF walstation (Te bereiken met de SSB of een SSB - Single Side Band zender/ontvanger);

·         A3 en A4: oceanen en ver van de bewoonde wereld liggende zeeën.

5.       Binnen het GMDSS worden marifonen in verschillende klassen onderscheiden.

·         DSC Class A en B zijn voor de beroepsvaart;

·         DSC Class C is opgevolgd door andere klassen (namelijk F en D);

·         DSC Class D is bedoeld voor de marifoon die gebruik maakt van VHF. Klasse D wordt gebruik voor de pleziervaart, de visserij en andere schepen die niet onder de GMDSS verplichting vallen. Behalve nood-, spoed- en veiligheidsberichten met bijbehorende bevestiging kunnen via dit systeem ook individuele stations worden opgeroepen en ontvangen.

·         DSC Class E: Deze klasse is gelijk aan Class D.

·         DSC Class F: DSC Klasse F is demeest eenvoudigeklasse. Klasse F kan alleen eigen nood-, spoed- en veiligheidsoproepen doen op de VHF. Deze worden geregistreerd en bevestigd, waarna automatisch wordt overgeschakeld naar kanaal 16. Deze klasse was vooral bedoeld als aanvulling t.b.v. eenvoudige ‘handheld’ apparatuur. Voor vast ingebouwde apparatuur is DSC Class D bedoeld.

·         DSC Class G: DSC Klasse G. Deze klasse is gelijk aan Klasse F maar dan voor een andere frequente, de HF. Spraakcommunicatie vindt hierbij plaats op de internationale noodfrequentie voor radiotelefonie van 2182 kHz Deze apparatuur wordt afgeraden te gebruiken.

6.       Schepen met een waterverplaatsing van meer dan 300 BRT en/of Nederlandse schepen die l onder de schepenwet vallen zijn verplicht te voldoen aan de eisen die door het IMO zijn geformuleerd. Pleziervaart valt hier (meestal) niet onder. Zij mogen echter wel vrijwillige gebruik maken van de voorzieningen die vereist zijn door het IMO. In dat geval moet wel gebruik gemaakt worden van goedgekeurde apparatuur en dient de gebruiker te beschikking (minimaal) over een Marcom-B bedieningscertificaat.

7.       Pleziervaart die zich voornamelijk beweegt in een A1 gebied kan volstaan met een DSC-marifoon Class D al dan niet aangevuld met een EPIRB en/of Navtex.

8.       Bij de DSC Class D en F marifoon is het mogelijk een ‘Distress Call’ of ‘Distress Alert’ en een ‘All ships Call’ uit te zenden in de categorieën: a. Distress (Mayday); b. Urgency (Pan Pan); c. Safety (Securité).

9.       Een voorbeeld van een DSC oproep: a. RX: 245211000; CH 6;S – All Ships – Safety; b. Dit is een voorbeeld van een veiligheidsbericht gericht aan alle schepen en verzonden door MMSI 245211000 waarbij gevraagd wordt over te schakelen naar kanaal 6 in de Simplex mode (op MF zendapparatuur kan ingesteld worden of zij in Simplex of Duplex mode opereren). Dit overschakelen naar kanaal 6 gebeurt tegenwoordig meestal automatisch en wordt door de firmware van de marifoon afgehandeld.

10.    In principe is een ‘(Digital) Distress Alert’, een DDA, gericht aan een kuststation.Dit kuststation geeft dan ook een ‘Distress Acknowledgement’, een kennisgeving van ontvangst.Op een schip in nood wordt de DDA net zolang (automatisch) uitgezonden totdat een ‘Acknowledgement’ wordt ontvangen. Daarna wordt voor verdere afhankelijk overgeschakeld naar kanaal 16.

11.    Door een Class D marifoon kan ook een ‘individual Call’ ook betekend als ‘Selective Call’ uitgezonden worden. Een dergelijke oproep is gericht aan één ontvanger die te identificeren is via het MMSI nummer.

12.    Als de marifoon een DDA ontvangt is de volgende wijze van handelen (voor watersporters) de meest logische (tenzij u in een positie bent om adequaat hulp te verlenen, en er volgt na langere tijd geen kennisgeving van ontvangst op de uitgezonden DDA). a. Verstuur geen transmissie; b. Blijf uitluisteren op kanaal 16 tot dat er een kennisgeving van ontvangst volgt; c. Noteer de positie van het in nood verkerende schip; d. Schrijf alles op wat wordt verzonden op kanaal 16.

13.    Als aan een DSC marifoon geen positie informatie wordt toegevoerd via een eigen GPS dan wel via het netwerk, dan dient elke 4 uur de positie handmatig te worden ingegeven.

14.    Het MMSI nummer bestaat uit 9 cijfers. Het MMSI nummer van een landstation begint altijd met een zero. Een MMSI nummer voor een groep schepen begint altijd met zero-zero.

 

 

 

Winkelmandje

Wis filters

Filter

Annuleren
Bevestigen